Als je aan het spitten bent in de tuin en je komt geen wormen tegen, dan gaat er iets niet goed.
Wormen zorgen voor een goede bodemstructuur en voor een voedzame grond. Door de tunneltjes die ze graven, wordt de grond belucht en loopt water makkelijker weg. Voor sportvelden of verslempte/ dichtgereden grond zijn wormen dus ideaal om de grond te verbeteren. Daarbij verwerken wormen groenafval tot compost: overheerlijke wormenpoep.
Gemiddeld leven er in Nederland zo’n 200 wormen op een vierkante meter. En dat mogen er best nog wel meer zijn. Je kunt het je bijna niet voorstellen, maar zo’n 300 tot 700 per m2 is voor de bodem heel gezond. Er moet dan natuurlijk wel wat te eten zijn. Gelukkig is de ‘winterklare’ tuin niet meer zo gangbaar: zonder bladafval, alles keurig aangeharkt, de tuin met ‘zwarte aarde’. Daar is voor een worm niets te halen.
Werk je op verdichte grond, kom je geen wormen tegen, en wordt je tijdens je tuinwerk niet achtervolgd door een roodborstje of een merel, dan kun je overwegen om een pak wormen te kopen. Daar zitten verschillende soorten wormen in: horizontaal gravende wormen, verticaal gravende wormen, rode wormen, grauwe wormen en pendelaars. Deze laatsten kunnen gangen graven tot wel 1,5 meter diep.
Voor 50 tot 100 m2 kun je 2,5 of 5 kilo wormen bestellen, afhankelijk van hoe verdicht de grond is.
Wat wel jammer is: als je ze doormidden hakt met je spa, groeien ze niet weer aan. Dat is helaas een fabeltje.
